Zelf stucen

Het is geen gemakkelijke klus en vraagt enige oefening: het stucen van wanden en plafonds. Wie een poging wagen wil moet een aantal kwaliteiten hebben: fysieke kracht en souplesse en een portie geduld. Wie weet schuilt er een heuse vakman in jou. 

Ze doen veelal de finishing touch tijdens een verbouwing. Er wordt wel gezegd: als zij zijn geweest is het pas een huis. We hebben het over stukadoors. Vaak energieke sterke mannen die grauwe grove muren kunnen omtoveren tot gladde strakke wanden. 

Als je ze ziet werken bekruipt veel mensen de neiging dit ook te proberen. Laten we eerlijk zijn; het is vakwerk. Dat is het schilderen van wanden ook. Ook dat kunnen we onszelf aanleren, dus waarom stucen niet. Wie zichzelf de tijd gunt en de concentratie kan opbrengen, kan zeker een poging wagen. Begin op een kleine wand, bijvoorbeeld in een bijkeuken, waar het minder nauw luistert als er iets niet helemaal gaat zoals je zou willen. Dat is beter dan wanneer dat op een grote wand in de huiskamer gebeurt. Oefening baart kunst en dat gaat ook op voor het zelf stucen van wanden. 

Zelf stucen, hoe ga je te werk?

Voordat er gestuct gaat worden is het belangrijk goed te kijken naar hoe de muur erbij staat. Is het een betegelde muur, een muur met behang of een kale grove muur? Zorg ervoor dat tegels of het behang eraf is, gaatjes en scheuren zijn gedicht en ga zo maar door. Zorg ervoor dat de muur zo egaal mogelijk is. 

Werk schoon

Stucen is vooral schoon werk. Dat betekent dat de muren en de plafonds stofvrij moeten zijn. Dek ook de vloer goed af. Stucen is geen klusje dat even snel tussendoor kan plaatsvinden. Daar moet je echt de tijd voor nemen en je moet je er goed op concentreren. Wanneer je het stapsgewijs en zorgvuldig aanpakt gaat het lukken. 

Belangrijk: het voorwerk

Het voorwerk is heel belangrijk. Net als bij schilderen het eigenlijke werk vooral vooraf plaatsvindt, zo is ook bij stucen die onderlaag belangrijk. Een stuclaag blijft niet zomaar op een wand zitten. Daar is een juiste primer voor nodig die je als eerste op de muur aanbrengt. Afhankelijk van de ondergrond wordt voor een zekere primer gekozen. Laat de primer goed drogen, meestal duurt dat zo’n twee uur. Plaats vervolgens hoekprofielen waterpas op de hoeken van de muur. 

Kies het juiste materiaal

Er zijn verschillende soorten pleistergips om mee te stucen, zoals rotband of goldband. Verdiep je daarin voordat je zomaar met een materiaal aan de slag gaat. Maak op een juiste manier het gips aan en zorg ervoor dat je alle gereedschappen klaar hebt liggen die je nodig hebt voor de verschillende fases van het stucen zoals een spaan en een raapbord. 

Het aanmaken van het gips gebeurt met koud water. De gips wordt met het water gemengd in een grote ton. Dat gaat het beste met een daarvoor geschikte mixer. Zorg dat je echt de juiste gereedschappen hebt want niet alleen de samenstelling van het gips, maar ook de manier waarop het wordt klaargemaakt bepalen voor een groot deel het uiteindelijke resultaat. 

In deze fase start het zelf stucen

Breng het gips op een juiste manier aan

Het aanbrengen van het gips gebeurt met de spaan en het raapbord. Dat is een manier van werken waar je handigheid in moet krijgen. De bewegingen vragen zowel om kracht als om souplesse. Het lijkt ruw werk, maar het moet uiteindelijk subtiel gebeuren. De kracht zit ‘m in de manier van aanbrengen zonder al te grof te werken. Bovendien heb je geen uren de tijd om het aan te brengen. Het gips wordt in twintig minuten hard, dus zorg ervoor dat je met een juiste hoeveelheid binnen een bepaalde tijd werken kunt. Gemiddeld gaat het om vijf vierkante meter per twintig minuten, maar dat is ook afhankelijk van wat je kunt en hoe snel je het gips kunt verwerken. 

Schep met een troffel een hoeveelheid gips op het opzetbord en breng het met de pleisterspaan op de muur in een omhooggaande beweging. Dat wat naar beneden valt, vang je op met het bord. De wand zal niet direct super glad zijn. Schrik daar niet van, er komen nog meerdere fases die ervoor zorgen dat de muur steeds gladder wordt. 

Afwerken 1: reien

Met een rei wordt de wand vervolgens afgewerkt. Dit gebeurt zo’n half uur nadat je begonnen bent. Met een afreilat haal je van boven naar beneden in een zigzaggende beweging de overbodige gipsmortel van de wand. Nu wordt de muur meer vlak.

Heb geduld

Geduld is bij stucen ook belangrijk. Het gaat er in deze fase om het gips hard te laten worden. Zo hard dat je het niet meer met een vinger in kunt drukken. 

Afwerken 2: messen

Als het zover is, meestal na ruim zestig minuten nadat je met deze klus begonnen bent, dan wordt met een spackmes nog eens de muur gladgestreken. Dat gebeurt door het spackmes schuin langs de wand te halen zonder kracht te zetten. 

Afwerken 3: sponzen

Na tien minuten is dit het moment om met een schuurspons de muur nat te maken en de muur met een draaiende beweging nat te schuren om deze vervolgens af te messen.  

Werk nauwkeurig en in een ritme

Voor al deze fases geldt dat er nauwkeurig moet worden gewerkt, met soms wat geduld. Je kunt er echter niet van weg lopen. Moet het stuc even uitharden dan kun je een kop koffie nemen, maar het is niet de bedoeling dat je stopt en de volgende dag doorgaat. Dan is het stucwerk naar de knoppen. Er zit een zeker ritme in stucen. 

Na het zelf stucen en het drogen kun je de wand naar smaak afwerken

Nu is het belangrijk dat je niet te snel met de afwerking begint en de muur goed laat drogen. Afhankelijk van de dikte van het stucwerk duurt dit minimaal een dag per 1 millimeter stucwerk. Is het stucwerk eenmaal goed droog dan kun je de wand bijvoorbeeld voorzien van behang of een verflaag op de wand aanbrengen.